Computers zijn een militaire uitvinding

Afgelopen maanden hebben we op Bouwen aan Beter gekeken naar het functioneren van journalistiek en de grote nieuwsmedia en vastgesteld dat dit beter kan. We hebben een plan gepresenteerd hoe we in de toekomst onafhankelijk nieuws en informatie zouden willen delen. Een onderdeel daarvan was aansluiten op decentrale sociale media.

ENIAC, overgenomen van Wikipedia, eigendom US Army

De komende weken willen we kijken naar het functioneren van internet en de grote spelers op internet. En daarbij vaststellen hoe we deze inzichten slim kunnen gebruiken voor het delen van nieuws in een landschap dat zich nu vijandig opstelt tegen het delen van nieuws. Om zicht te krijgen op het functioneren van het landschap waarop we werken, is het goed om even terug te kijken. Dit verhaal begint uiteraard bij computers…

Computers

Tegenwoordig worden computers gebruikt als middel om spelletjes te spelen en video te kijken, maar dat is uiteraard niet waarvoor computer en internet ooit uitgevonden zijn.

Computers waren van oudsher mensen (veelal vrouwen) die snel en goed konden rekenen. Waar voorheen rekenende mensen computers genoemd werden, bedacht men op een gegeven moment dat het mechanisch en later elektrotechnisch en elektronisch sneller en accurater kon. Aldus ontstonden de computers die we nu kennen.

De computer begon, voor ons verhaal, in 1890, met het fenomeen volkstellingen en bij de Amerikaan Herman Hollerith. Een volkstelling is een overheidsactiviteit voor het grootschalig verzamelen van data over de inwoners van hun land. Dit is niet alleen het totale aantal inwoners, maar ook leeftijd, geslacht, religie, kinderen, opleidingsniveau, etc. Het spreekt voor zichzelf dat een volkstelling nogal bewerkelijk is en Hollerith bedacht een middel om dit te versnellen: ponskaarten. Dit zijn dun-kartonnen formulieren, één per persoon, waarin met gaatjes de verkregen informatie over je werd opgeslagen.

Privé-informatie hoort in een database?

Voor elke Amerikaanse inwoner werd dus een ponskaart gemaakt, met daarin alle persoonsgegevens. Deze ponskaarten konden vervolgens eenvoudig mechanisch gesorteerd worden. Stel je zoekt alle jongens tussen 17 en 18 jaar oud. Je laat de machine een tijdje draaien en alle ponskaarten van jongens die gereed zijn voor bijvoorbeeld de dienstplicht rollen uit het apparaat. Handig! Dit systeem werd eigendom van grootbedrijf IBM (International Business Machines), een jarenlang zeer toonaangevend informatietechnologie- en computerbedrijf.

Wat weten we nu? De eerste moderne database (ponskaarten) betrof privé- en persoonsgegevens en het systeem werd ontwikkeld voor persoonsgegevens. Grootschalig toezicht op – en behandeling van – databases vol met privé informatie voor militaire- en overheidsdoeleinden was de grondlegger van de hedendaagse computerindustrie. Statistiek heet immers niet voor niets staat-istiek, het gaat over gegevens over jou in beheer van de overheid.

De eerste ‘echte’ computers

Na de uitvinding van Hollerith kreeg men de smaak te pakken. De uitvinding van de vacuümbuis (vacuum tube), en later transistors, maakte een heleboel mogelijk. Zoals de eerste echte, herkenbare computers. Deze ontstonden uit de militaire industrie, tijdens de tweede wereldoorlog.

In Engeland experimenteerde Alan Turing met computers (Colossus) om geheime berichten van Duitsers te ontcijferen. Dit, overigens, terwijl de inlichtingendiensten in werkelijkheid al vrij vroeg tijdens de oorlog een Duitse Enigma machine hadden bemachtigd en bepaalde insiders dus al toegang hadden tot deze informatie. De inzet van Turing is ook niet bepaald in dank afgenomen.

In Amerika bouwde de University of Pennsylvania de ENIAC computer voor de Amerikaanse oorlogsmachine. En wel voor het rekenen aan de juiste instellingen en plaatsing van kanonnen. Je moet artillerie heel precies klaarzetten willen de mortiergranaten op de juiste plaats landen. Dat is afhankelijk van wind, temperatuur, luchtvochtigheid, type ondergrond, etc. Er werden dus opzoektabellen voorbereid – voor al deze variabelen – en dat was nogal een rekenklus. En daar werd de ENIAC dus voor ontwikkeld.

Zie de trend

Het gaat duidelijk te ver de gehele computergeschiedenis te behandelen, die is voor velen wellicht ook weinig interessant. Met dit kleine fragmentje geschiedenis, de eerste drie computers, heb je echter een aardige visie gekregen: je privé-informatie verzamelen, stiekem meekijken in communicatie en inzet voor het dodelijker maken van de oorlogsmachine. Misbruik van computertechniek is duidelijk niet iets recents, dit is de manier van werken vanaf de start.

En het misbruik van privé-informatie met behulp van computertechniek gaat ver. Een korte blik weer op de tweede wereldoorlog. Overheden (zeker de westerse) hielden netjes ponskaarten bij van al hun inwoners, inclusief religieuze overtuigingen. Toen de Nazi’s hier dus binnenvielen werd het kinderlijk eenvoudig alle mensen met een joodse achtergrond te vinden. Er werden mensen opgepakt en afgevoerd die zelf niet eens wisten dat ze een joodse achtergrond hadden! De registratie van dit type informatie door de overheid was geen enkel probleem, totdat dit het wel werd. Bedenk nog eens wat de overheid en de belastingdienst nu precies over je weten en of dat wel een goed idee is.

IBM verkocht trouwens ponskaarten-machines aan Nazi-Duitsland en onderhield die ook voor Nazi-Duitsland tijdens de tweede wereldoorlog. IBM medewerkers hielpen in concentratiekampen om de databases en IBM-computers optimaal te laten functioneren. Overigens sleepten de geallieerden zelf ook hun eigen IBM-computers aan land in Europa tijdens hun landing in Normandië. We zien hier nog een trend, je ziet steeds weer dezelfde partijen beide kanten van een oorlog financieren, steunen en bedienen. Heel winstgevend uiteraard!

Geschiedenis verklaart het heden

Wetende dat computers vanaf dag 1 zijn gebruikt voor het verwerken van privé-gevoelige informatie, het meeluisteren in communicatie en het dodelijker maken van de militaire industrie, geeft een indicatie waarvoor ook heden ten dage technologie ingezet wordt door deze partijen.

Het is nu dus geen verrassing meer dat de NSA, GCHQ en de AIVD bij elk bericht, telefoongesprek en mailtje meeluisteren en, erger nog, dat de verkregen privé-informatie door overheden grootschalig misbruikt wordt. De ‘belasting’-dienst weet bijvoorbeeld waar en hoelang je parkeert, waar je met het OV naar toe reist, wat je op social media doet en welk museum je zoal bezoekt. En de belastingdienst beveiligt dat slecht én is niet aansprakelijk onder de AVG. Herinner het dodelijke misbruik van ponskaarten een paar decennia geleden en bedenk hoe prettig de belastingdienst precies is vanuit deze optiek. Dit is slechts de belastingdienst, laat staan wat de inlichtingendiensten als AIVD en MIVD allemaal over je weten.

Het is ook geen geheim dat computers ingezet worden voor het doden van mensen onder de noemer militair-industrieel complex. Zo was onlangs nog in het nieuws dat de Britse overheid aankondigde dat drones – onbemande militaire vliegtuigen die gevlogen worden door computers – binnenkort zelfstandig gaan bepalen of ze iemand doden of niet. Op tien november was dit bericht in het nieuws:

Groot-Brittannië financiert onderzoek naar drones die beslissen wie ze vermoorden. Onderzoek toont aan dat technologie voor autonome dodelijke wapens met kunstmatige intelligentie wordt gefinancierd door het Ministerie van Defensie. Technologieën die een generatie dodelijke wapensystemen zouden kunnen ontketenen die weinig of geen menselijke interactie vereisen, worden gefinancierd door het Ministerie van Defensie, volgens een nieuw rapport.

Dat zou je een vreemde ontwikkeling kunnen noemen, behalve dat computertechniek hiervoor is uitgevonden en feitelijk nooit voor andere doeleinden is ontwikkeld. Herinner de ENIAC, het dodelijker maken van mortiergranaten.

Conclusie

OK, computers hebben een verontrustende achtergrond en de uitvinders hebben een zorgwekkende toekomst op het oog. Maar wat moet je met deze informatie? Je interacteert dagelijks met de militaire industrie. Dat doe je o.a. met militair materiaal (computers, tablets, smartphones) op een militair netwerk (internet) en met militaire instellingen en aannemers zoals Google, Twitter en Facebook. Voor toekomstige interactie met deze partijen is het van belang te weten dat deze technieken en partijen elk een zogenaamde bias hebben, een vooringenomenheid, en welke dat precies is.

We verkrijgen ons nieuws steeds vaker via Google, Twitter en Facebook. Weet dat onze nieuwsvoorziening en -consumptie daarmee afhankelijk is geworden van militaire projecten. Het is uiteraard onprettig als militaire projecten precies weten en bepalen wat je leest. Voor toekomstige nieuwsdeling is onafhankelijkheid, privacy en anonimiteit dus van groot belang. We gaan komende weken dus verder kijken naar o.a. internet, militaire instellingen als DARPA, inlichtingendiensten als NSA, en daarmee verweven militaire partijen als Facebook en Google.

Ondanks een negatieve bias, bieden computers en internet ons uiteraard ook veel mooie kansen! Ons doel met Platform Bewuste Media is onafhankelijk nieuws te delen, gebruik makend van de positieve kanten van digitalisering en internet, met zo beperkt mogelijke tussenkomst van militaire partijen, zo’n robuust mogelijk ontwerp tegen aanval en uitval, en zoveel mogelijk privacy. En tegelijkertijd het voornemen dit alles zo gebruiksvriendelijk en eenvoudig mogelijk aan te bieden. En dat kan.

We hebben een plan, maar daarvoor is jouw participatie wel benodigd!